Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts [22]gaf ik bevel, en zij reinigden de kameren; en ik bracht daar weder in de vaten van Gods huis, met het spijsoffer en den wierook. 22. Hebreeuws, ik zeide; zie 2 Kron.29:24,27; Job 9:7; Esth.9:25, en vergelijk Gen.1:3; Jona 2:10 met de aantekening. Of, ik zeide dat zij de kamers zouden reinigen. Alzo onder, vs.19.